Vragen over Faillissementsrecht
Dagelijks ontvangt Boers Advocaten veel vragen over Faillissementsrecht.
-
Wie kan een faillissement aanvragen?
Een faillissement kan door verschillende partijen worden aangevraagd. De wet bepaalt door welke partijen een faillissement kan worden aangevraagd: door de schuldenaar zelf, door een schuldeiser, door het openbaar ministerie en door een bewindvoerder in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijk Personen (“WSNP”). De meeste faillissementen worden aangevraagd door een schuldeiser, of door de schuldenaar zelf (de zogenaamde eigen aangifte).
-
Hoe vraag ik een faillissement aan?
Een faillissementsaanvraag wordt ingediend bij de rechtbank door middel van een verzoekschrift. Uit het verzoekschrift moet blijken dat er aan de vereisten voor een faillissement is voldaan. Deze vereisten komen kort gezegd op het volgende neer:
- De schuldenaar moet minimaal 2 schuldeisers hebben (let op: slechts één van deze schulden hoeft opeisbaar te zijn); en
- De schuldenaar moet “in een toestand verkeren dat hij is opgehouden te betalen”. Anders gezegd moet blijken dat de schuldenaar niet meer aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Indien een schuldenaar bewust één specifieke schuldeiser niet betaalt, bijvoorbeeld omdat hij de vordering betwist, dan kan dat dus niet zonder meer een reden zijn voor een faillissement.
Wordt de aanvraag door de schuldenaar zelf gedaan, dan is bijstand door een advocaat niet verplicht. Een schuldeiser die het faillissement van zijn schuldenaar wil aanvragen is wél verplicht om een advocaat in te schakelen.
Wilt u uw eigen faillissement of dat van een ander aanvragen? Neem dan contact op met één van onze insolventierechtspecialisten. Zij kunnen u adviseren over de kans van slagen en kunnen u helpen bij het opstellen van het faillissementsverzoek, alsmede bij de daarvoor benodigde documenten. Uiteraard kunnen zij u ook bijstaan als uw faillissement is aangevraagd door een schuldeiser en u hiertegen verweer wilt voeren. Meer weten? U kunt ons bereiken via 0318 – 52 24 04.
-
Mijn schuldenaar is failliet. Wordt mijn vordering nog betaald?
Wanneer een faillissement wordt uitgesproken, wordt er gelijktijdig een curator aangesteld. De curator is belast met het beheer en de vereffening van het tot het faillissement behorende vermogen. De failliete schuldenaar verliest zelf de beschikking over dit vermogen. Indien u een vordering heeft op een failliete schuldenaar, dan zult u uw vordering kenbaar moeten maken bij de curator. In het Centraal Insolventieregister kunt u nagaan welke curator het faillissement behandeld. De curator zal uw vordering gaan beoordelen. Deze dient daarom goed onderbouwd te worden met bewijsstukken. Pas als de curator alle schulden in kaart heeft gebracht en de curator geen opbrengsten meer verwacht voor de failliete boedel, kan de curator beoordelen of en in hoeverre alle crediteuren nog betaald kunnen worden. De curator dient zich hierbij te houden aan de in wet vastgelegde rangorde van crediteuren. In de praktijk blijkt helaas dat concurrente crediteuren in veel faillissementen met lege handen achterblijven. Echter, er zijn wel degelijk faillissement waarbij er wel een uitkering plaatsvindt aan concurrente crediteuren. Dien uw vordering daarom altijd in bij de curator.
Daarnaast moet u (laten) onderzoeken of u wellicht een bijzondere positie heeft in het faillissement. Dit kan het geval zijn als sprake is van een (geldig bedongen) eigendomsvoorbehoud op zaken die u heeft geleverd, u een beroep kunt doen op het recht van reclame, omdat u bepaalde zekerheden heeft verkregen van de schuldenaar of omdat u op grond van de wet een voorrangpositie heeft. Vanwege de specifieke regels die gelden bij faillissement, is het aan te raden hierbij een advocaat in te schakelen.
-
Mijn werkgever is failliet. Wordt mijn salaris nog uitbetaald?
Allereerst is van belang dat het faillissement niet direct invloed heeft op uw arbeidsovereenkomst. Indien uw werkgever failliet wordt verklaard, dan bent u daarna nog steeds in dienst van de werkgever. De curator zal in de meeste gevallen uw arbeidsovereenkomst opzeggen. Hierbij is de curator niet gebonden aan enig opzegverbod. Wel moet de curator rekening houden met een opzegtermijn. Die termijn is maximaal zes weken. Gedurende die opzegtermijn, bent u nog gewoon in dienst van de werkgever (of feitelijk van de curator) en kan u ook worden opgeroepen om te werken. Dit kan bijvoorbeeld voor de curator van belang zijn om een doorstart te realiseren of lopende opdrachten af te maken waarmee er nog geld in de boedel vloeit. Heeft u al een nieuwe baan gevonden, dan kunnen hierover vaak wel afspraken worden gemaakt met de curator.
Indien uw salaris nog niet (volledig) is uitbetaald, dan wordt dit salaris voldaan op basis van de loongarantieregeling van het UWV. Deze regeling komt kort gezegd op het volgende neer. Het UWV schiet als het ware uw salaris voor en dient vervolgens zelf een vordering in bij de curator. U moet uw loonvordering dus in eerste instantie indien bij het UWV en niet bij de curator. Dit laatste doet u alleen voor het gedeelte van uw (achterstallig) salaris dat niet onder de loongarantieregeling valt.
Het UWV keert het volgende uit:
- Het salaris over de 13 weken voorafgaand aan het ontslag
- Het salaris over de opzegtermijn, tot maximaal 6 weken na het ontslag.
- Het vakantiegeld, niet genoten vakantiedagen en pensioenpremie tot 12 maanden voorafgaand aan het ontslag.
-
Mijn huurder is failliet. Welke gevolgen heeft dit voor de huurovereenkomst?
De huurovereenkomst eindigt niet zomaar door het faillissement. Het uitgangspunt van de wet is namelijk dat een faillissement geen invloed heeft op wederkerige overeenkomsten. Zowel u als verhuurder als de curator als huurder kan de huurovereenkomst opzeggen met inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn. Dit geldt zowel voor de huur van onroerende zaken als roerende zaken. Is er een opzegtermijn overeengekomen die langer is dan drie maanden, dan geldt dat drie maanden opzegtermijn voldoende is. Er kan echter ook worden afgesproken dat de huur (voorlopig) gewoon wordt voortgezet. Dit kan bijvoorbeeld wenselijk zijn als de curator een doorstart wil realiseren.
Wordt de huur dan wel betaalt?
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de verschuldigde huur van vóór de faillissementsdatum en de huur over de periode ná de faillissementsdatum. Voor de huur vóór faillissement geldt dat de verhuurder een concurrente vordering heeft. Voor de huur vanaf de faillissementsdatum geldt echter dat de vordering van de verhuurder een hoge voorrang heeft. Dit wordt ook wel een boedelvordering genoemd.
Heeft u als verhuurder schade geleden door een faillissement van uw huurder (denk aan leegstandschade of ontruimingsschade)? Onze insolventierechtspecialisten kijken graag met u naar uw mogelijkheden. Ook kunnen zij u helpen bij het opstellen van het huurcontract, zodat eventuele schade zo veel als mogelijk wordt beperkt. Let er bovendien op dat een curator het gehuurde in beginsel niet mag onderverhuren of ter beschikking mag stellen aan derden (denk aan de doorstartende partij of een opkoper). Ook hiermee kunt u als verhuurder worden geconfronteerd. U kunt contact met ons opnemen via 0318 – 52 24 04.
-
Ik heb goederen geleverd aan een failliete onderneming. Kan ik de goederen nog terugvorderen?
Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van de afspraken die u met uw (failliete) afnemer heeft gemaakt. Zijn de goederen al betaald? Dan kunt u de goederen niet meer terughalen. Zijn de goederen nog niet betaald? Dan hangt het ervan af wat u contractueel heeft geregeld. U kunt bijvoorbeeld een eigendomsvoorbehoud overeenkomen. Dat wil zeggen dat de eigendom van geleverde goederen bij u als leverancier blijft rusten, totdat de goederen volledig zijn betaald. Gaat uw afnemer failliet voordat de goederen volledig zijn betaald? Dan kunt u de onbetaalde goederen (of in sommige gevallen zelfs alle door u geleverde goederen) terugvorderen. Het is dus van groot belang om vooraf duidelijke afspraken te maken in uw contract en/of uw algemene voorwaarden. Ook kunt u mogelijk een beroep doen op het recht van reclame. Dit hoeft niet contractueel te worden geregeld.